Verloskundigen zijn er altijd geweest en het bestaan van vroedvrouwen is altijd samengegaan met een discussie over het vak. Zo zijn de -vaak mannelijke en goed georganiseerde- artsen in de negentiende eeuw van mening dat vroedvrouwen onvoldoende kennis en kracht bezitten voor het uitvoeren van kunstverlossingen.
Toch heeft het beroep van verloskundige tijdens de vorige eeuw, en met name de laatste decennia, een professionalisering ondergaan. Sinds de zeventiende eeuw bestaan er opleidingen tot vroedvrouw. Groningen bezit in de zeventiende eeuw als eerste een vroedvrouwenschool en in 1861 gaat de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in Amsterdam open. De opleidingen duren twee jaar en moeten de kwaliteit van het beroep verhogen en het tekort aan verloskundige hulp oplossen.
1920
Lang hebben artsen zich verzet tegen uitbreiding van de bevoegdheden van vroedvrouwen, maar in 1920 wordt de opleiding uitgebreid van twee naar drie jaar. De hoge werkdruk en de lange studiedagen zijn de reden. Hierna breiden de bevoegdheden van de verloskundigen langzaam uit. In Groningen wordt de vroedvrouwenschool wegbezuinigd.
1951
Na 1951 mogen verloskundigen zwangere vrouwen de hele zwangerschap onder controle houden, eenvoudige rupturen hechten en zelfstandig bevallingen verrichten vanaf achttien weken zwangerschap. Zij moeten na afloop de huisarts inlichten en een medisch dossier naar de Hoofdinspectie opsturen.
1957
De discussie over de positie van de verloskundige zet door. In 1957 vraagt men zich landelijk af of de verloskundige zelfstandig beroepsbeoefenaar moet blijven, of dat zij beter als verpleegstervroedvrouw kan doorgaan. De verloskundige gaat verder in haar huidige vorm.
1970
De verplichte inwoning van studenten wordt opgeheven en het verplichte verpleegstersuniform verbannen. Er wordt meer samenwerking gezocht met ander medisch personeel.
1974
De opleiding wordt gelijkgesteld met het hbo en krijgt als toelatingseis een havo-diploma, waar dat tot dan toe mavo was.
1994
De opleidingsduur wordt uitgebreid van drie naar vier jaar.
2000
Op 30 maart verzamelt een groot aantal verloskundigen zich op het Binnenhof in Den Haag voor een demonstratie om aandacht te vragen voor hun situatie: te hoge werkdruk door het tekort aan verloskundigen, te lage honorering en een te groot aantal bevallingen per praktijk.
2001
Els Borst, toenmalig Minister van Volksgezondheid, besluit dat de Nederlandse opleidingen tot verloskunde meer studenten mogen opleiden om het heersende tekort op te lossen. In Groningen wordt de dependance Catharina Schrader Groninger opleiding geopend, vernoemd naar Catharina Schrader (1656 – 1746), een vroedvrouw die in de zeventiende en achttiende eeuw in de Friese stad Dokkum en omgeving duizenden bevallingen tot een goed einde bracht.
2004
De opleidingen in Amsterdam en Groningen starten met een nieuw, competentiegericht onderwijsleerplan. De opzet is om het onderwijs wetenschappelijker te maken. De naam Stichting Kweekschool voor Vroedvrouwen wordt gewijzigd naar Verloskunde Academie Amsterdam (VAA). De Verloskunde Academie Groningen (VAG) verhuist naar de huidige locatie op de Dirk Huizingastraat.
2008
De opleidingen tot verloskundige worden per september niet langer bekostigd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De opleidingen worden vanaf nu ook ingeschreven bij het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs van de IB-Groep. De verloskundeopleidingen vormen sinds dit jaar een interfaculteit met Hogeschool Inholland en VUmc.
2010
De Verloskunde Academie Amsterdam (VAA) en de Verloskunde Academie Groningen gaan verder onder één naam: AVAG (Academie Verloskunde Amsterdam Groningen).
2011
AVAG viert haar 150-jarig bestaan!
2014
De start van een nieuw curriculum.
2015
De locatie Amsterdam verhuist van de Louwesweg, de locatie aan het Slotervaartziekenhuis, naar de Vlaardingenlaan.
2019
Prof. dr. Ank de Jonge wordt als eerste verloskundige aangesteld als hoogleraar aan het Amsterdam UMC, locatie VUmc.
2022
AVAG gaat verder als dochterstichting van Hogeschool Inholland. Het samenwerkinginstituut tussen Inholland en Amsterdam UMC is hiermee opgeheven. Wel blijft AVAG nauw samenwerken met Amsterdam UMC, locatie VUmc en het UMCG.
2023
Prof. dr. Ank de Jonge is naast haar aanstelling als hoogleraar aan Amsterdam UMC nu ook hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
2023
Dit jaar gaat de nieuwe master Verloskunde (MSc) van start; een wetenschappelijke master, ondergebracht binnen het hbo, ontwikkeld door de drie verloskunde academies in Nederland (Amsterdam/Groningen, Maastricht, Rotterdam) samen met de KNOV.
2024
Een nieuw curriculum gaat vanaf september van start.