De afdeling Midwifery Science heeft een nieuwe Nederlandse benaming gekregen en heet voortaan de afdeling Verloskundige Wetenschap. In Engelstalige publicaties blijft de naam Midwifery Science gehandhaafd.

Drie promoties bij Verloskundige Wetenschap

De afgelopen maanden zijn er maar liefst drie onderzoekers bij onze onderzoeksafdeling gepromoveerd op een onderwerp in de verloskunde. Daar zijn we trots op! We delen graag meer informatie over de promovendi en de bevindingen uit hun onderzoek.


Tekst: Stefanie Hendriks


ELKE SLAGT-TICHELMAN

Elke Slagt-Tichelman is op 28 september 2020 gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen op het onderwerp moederkind-binding.

Elke is docent en onderzoeker bij AVAG / Verloskundige Wetenschap. Haar proefschrift heeft als titel: “Moeder-kindbinding: determinanten en impact op de ontwikkeling van het kind, Uitdagingen voor de geboortezorg.” De emotionele band die een moeder ervaart ten opzichte van haar kind, ontwikkelt zich al tijdens de zwangerschap en blijft stabiel tot de kindertijd. Het doel van Elke’s proefschrift was om enkele mechanismen rondom moeder-kindbinding beter te begrijpen. Een ander doel was om kennis over de overgang naar het moederschap en de moeder-kindbinding te vergaren, die praktisch bruikbaar is voor zorgverleners. Haar bevindingen ondersteunen de theorie dat moeder-kindbinding een proces is dat vroeg in de zwangerschap begint en postnataal doorgaat. Er is nu meer bewijs dat suboptimale moeder-kindbinding – bijvoorbeeld veroorzaakt door depressieve symptomen bij de moeder – bijdraagt aan gedrags- en emotionele problemen van kinderen. Elke raadt zorgverleners in de dagelijkse praktijk aan om de moeder-kindbinding en de overgang naar het moederschap al vroeg tijdens de zwangerschap aan de orde te stellen en dit tijdens de zwangerschap te blijven doen. Interventies zoals groepseducatie gericht op binding en gehechtheid zijn tot nu toe het meest belovend gebleken om moeder-kindbinding te optimaliseren. In 2016 heeft Elke voor een onderzoeksopzet binnen dit proefschrift een internationale prijs, de research proposal award van de International Confederation of Midwives (ICM) ontvangen. Het gewonnen bedrag heeft ze gebruikt voor de data-verzameling van het onderzoek. Meer informatie over haar onderzoek en de belangrijkste bevindingen vind je op de site van Kennispoort Verloskunde. Elke Slagt-Tichelman werkt als docent en onderzoeker aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen / Verloskundige Wetenschap.

Vragen over dit onderzoek of proefschrift? Mail naar: elke.tichelman@inholland.nl

image
image

MYRTE WESTERNENG

Gepromoveerd op relatie tussen routinematige derde-trimester echo’s en maternale angst en moederkind-binding

Op 12 november is Myrte Westerneng gepromoveerd aan Amsterdam UMC op de relatie tussen routinematige derde-trimester echo’s en maternale angst en moederkind-binding. De titel van haar proefschrift is: “Third trimester routine ultrasound ultrasound in relation to prenatal maternal anxiety and bonding. Getting the picture."

In Nederland worden steeds vaker derde-trimester echo’s aangeboden om foetale groei te monitoren en intra-uteriene groeivertraging op te sporen. In dit proefschrift is op basis van een cluster gerandomiseerd trial gekeken naar de relatie tussen een derde-trimester routine echo en twee belangrijke psychologische uitkomsten: zwangerschapsspecifieke angst en moederkind-binding. Tevens zijn interviews uitgevoerd met zwangere vrouwen over hun ervaringen met een derde-trimester routine echo.

BEVINDINGEN

Sommige vrouwen, met name vrouwen met een hogere mate van depressieve symptomen voorafgaand aan de echo, zouden voordeel kunnen hebben van het aanbieden van een routinematige derde-trimester echo als het gaat om moederkind-binding. De gevonden effecten waren echter klein. Desondanks laten interviews met zwangere vrouwen zien dat vrouwen wel degelijk een bepaalde behoefte hebben aan een routinematige derde-trimester echo en zich ongemakkelijk voelen bij het idee om er geen te krijgen. Gewenning aan het krijgen van echo’s tijdens de zwangerschap lijkt hierbij een rol te spelen. Voor zwangere vrouwen heden ten dage die gewend zijn aan het krijgen van bevestiging over de gezondheid van hun baby door technologie, kan het mogelijk moeilijker zijn te vertrouwen op de signalen van hun lichaam.

AANBEVELINGEN

De implementatie van routinematige derde-trimester echo’s omwille van psychologische redenen wordt op basis van dit onderzoek niet ondersteund. Prenatale zorgverleners worden aangeraden om meer aandacht te besteden aan psychologische processen en vrouwen te ondersteunen in het voelen van vertrouwen en het vormen van een band met de baby zonder zich hierin afhankelijk te voelen van een echo. Myrte Westerneng werkt als docent aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen en is betrokken bij de afdeling Verloskundige Wetenschap aan Amsterdam UMC.

Vragen over dit onderzoek of proefschrift? Mail naar: myrte.westerneng@inholland.nl

ANNA SEIJMONSBERGEN-SCHERMERS

Gepromoveerd op variatie in geboortezorginterventies, met name de episiotomie

Op 8 december is onderzoeker en verloskundige Anna Seijmonsbergen-Schermers gepromoveerd op haar proefschrift ‘Intervene or interfere’ dat gaat over variatie in het gebruik van geboorte-interventie, waarbij in het bijzonder aandacht is besteed aan episiotomie.

Dit proefschrift laat zien dat er grote verschillen zijn in het gebruik van geboorte-interventies, zowel internationaal als regionaal en dat deze verschillen niet verklaard kunnen worden door eigenschappen van vrouwen. Grote variatie in interventies is een signaal dat er mogelijk te weinig of teveel interventies worden gedaan. De grootste variatie werd gevonden in pijnbestrijding en episiotomie, zowel tussen de dertien landen in dit proefschrift als tussen de twaalf provincies binnen Nederland. Variatie was daarnaast groot voor bijstimulatie, kunstverlossing en sectio caesarea tussen de dertien landen, en voor de betrokkenheid van een kinderarts en oxytocinegebruik postpartum binnen Nederland. Een aantal opvallende relaties tussen interventies werd gevonden. Landen en provincies met een hogere incidentie primaire sectio’s hadden bijvoorbeeld ook een hogere incidentie secundaire sectio’s. In landen met meer bevallingen in de 42e zwangerschapsweek werden minder interventies gedaan en bevielen vrouwen vaker spontaan vaginaal. Binnen Nederland bleken provincies met meer thuisbevallingen een lagere incidentie episiotomie en oxytocine postpartum te hebben.

EPISIOTOMIE

Naast het in kaart brengen van variatie in allerlei geboorte-interventies werd in dit proefschrift verdiepend onderzoek gedaan naar de episiotomie. De incidentie episiotomie was de op een na hoogste, vergeleken met de andere 13 landen. De meningen van zorgverleners over deze interventie liepen ver uiteen. Ondanks dat zorgverleners over het algemeen het belang benadrukten van een restrictief episiotomie beleid, werden toch veel indicaties genoemd voor het zetten van een episiotomie. De besluitvorming werd met name gebaseerd op de eigen klinische expertise en de eigen visie over bevallingen is hierop van invloed. De voorkeur van de barende vrouw was hierin minimaal bepalend. Zorgverleners hadden het vaak over ‘een knipje’ als ze het over een episiotomie hebben. Dit proefschrift roept op tot een kritische reflectie op het doelmatig gebruik van interventies en met name op het overmatig gebruik ervan. De focus in de geboortezorg ligt teveel op het voorkomen van uitsluitend nadelige uitkomsten door middel van interveniëren. Er valt nog veel winst te behalen in het bieden van preventieve zorg en goede begeleiding van verloskundigen aan alle vrouwen, waarin veel ruimte is voor de voorkeuren van vrouwen. Gespecialiseerde obstetrische zorg moet behouden blijven aan de kleine groep vrouwen die complicaties ontwikkelt. Tot slot is het van belang dat er consensus komt over het gebruik van interventies zoals de episiotomie en dat bestaande consensus uit de wetenschappelijke literatuur wordt geïmplementeerd in de praktijk. Vragen over dit onderzoek of proefschrift? Mail naar: a.seijmonsbergen@amsterdamumc.nl

image