Het stageprogramma in z’n geheel genomen (van alle studiejaren samen) moet aan een tweetal wettelijke regels voldoen:
- 100 EC (van de 240 in totaal) moeten worden behaald door middel van stage.
- Een minimum aantal verrichtingen moet in de stage worden behaald. Deze zijn vastgelegd in de AMvB.
Scorion
Alle beoordelingsformulieren zijn opgenomen in Scorion; een internetapplicatie. De student verloskunde bereidt het beoordelingsformulier voor in Scorion en stuurt een mail met een link naar het werk-mailadres van de stagebieder (ter voorkoming van fraude). Je mag als stagebieder zelf deze mail vervolgens wel doorsturen naar een privé-mailadres als dit praktischer is voor het invullen van de beoordeling. Wanneer je het formulier hebt ingevuld, gevalideerd en afgesloten wordt het automatisch naar de opleiding verzonden voor verder verwerking.
Download hier alle stagebeoordelingsformulieren.
Samenwerkingsafspraken
De student verloskunde neemt minimaal een tot twee weken van tevoren contact op voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek leg je samen doelen en afspraken voor de stage vast in het formulier ‘Werkafspraken’. Het formulier moet door zowel de stagebegeleider als de student zijn ondertekend. Dit getekende formulier is een voorwaarde voor een beoordeling door de stagebeoordelingsscommissie (SBC) die na afloop van de stage plaats vindt en de toekenning van de EC’s.
Professioneel gedrag
Professioneel Gedrag (PG) is een belangrijk beoordelingscriterium tijdens de gehele opleiding. In het PG komen vier items aan bod: omgang met werk (inzet), omgang met zichzelf (introspectie), omgang met de ander (interactie) en een item over integriteit.
De student verloskunde wordt per stageperiode van tien weken driemaal beoordeeld op PG met een tussenperiode van minimaal drie weken. Twee van de drie beoordelingen moeten voldoende zijn om een voldoende te behalen voor de totale beoordeling PG stage (voor de stageperiode van tien weken). In de stagehandleiding staat dit per studiejaar specifieker uitgelegd. In elke stagecontext krijgt de student een PG-beoordeling.
Verrichtingen
Studenten verloskunde houden zelf verrichtingen bij om aan het eind van de opleiding aan te tonen dat ze voldoen aan de wettelijk gestelde eisen, zoals gesteld in de AMvB. Op de site staat het totaaloverzicht van verrichtingen en de voorwaarden voor het mogen meetellen van een verrichting.
Om alle vereiste verrichtingen te behalen, zijn per stage streefaantallen geformuleerd. Dit kan soms afwijken door het aanbod in de praktijk, maar de studenten streven ernaar deze aantallen te behalen.
StageBeoordelingsCommissie (SBC)
Als opleiding zijn wij eindverantwoordelijk voor de beoordelingen. Onze StageBeoordelingsCommissie (SBC) bekijkt binnen drie weken na afloop van de stage het stagedossier van de student. Als het stagedossier compleet is en de SBC akkoord gaat met jouw beoordelingen, worden de EC’s aan de student toegekend. Als er onduidelijkheden zijn, neemt de commissie contact met je op over de beoordeling.
CURRICULUM 2014
Korte Praktijk Beoordeling (KPB’s)
Onze studenten verloskunde werken met deeltaken. Per jaar is vastgesteld wat de deeltaken inhouden. Door deeltaken die per jaar wat uitgebreider/lastiger worden, werken de studenten toe naar de kwalificerende eindtaken (KET’s), die ze in het vierde jaar op voldoende niveau uit moeten voeren om af te kunnen studeren. Bij een voldoende beoordeling van een deeltaak gaan we ervan uit dat de verloskunde student deze taak daarna nagenoeg zelfstandig (met supervisie op afstand) kan uitvoeren.
Deeltaken worden beoordeeld met een Korte Praktijk Beoordeling (KPB’s). Alle KPB-beoordelingsformulieren vindt u onder de desbetreffende jaren.
De opbouw van de deel- en eindtaken is te vinden in dit handige overzicht.
Alleen voor de selectieve beoordeling nodigt de student je uit in Scorion (digitaal) op je werkmailadres. Beoordeel je de deeltaak in deze stage als onvoldoende, dan mag zij/hij deze eenmaal herkansen in dezelfde of de volgende stage.
CURRICULUM 2024
Leeruitkomsten (LU’s)
In het nieuwe curriculum (2024) wordt in de stagebeoordeling gewerkt met leeruitkomsten (LU). Deze leeruitkomsten zijn geformuleerd aan de hand van de verloskundige beroepscompetenties, zoals per rol beschreven in het landelijk opleidingsprofiel verloskunde (SOV, 2016).
Leeruitkomsten beschrijven over welke kennis, vaardigheden, inzicht en attitude een student beschikt na afronding van een leerperiode (NVAO, 2015). Per beroepscompetentie zijn één of meer leeruitkomsten geformuleerd. Bij elke leeruitkomst horen succescriteria, deze geven weer wat een student moet laten zien om aan te tonen dat een leeruitkomst wordt beheerst (Peeters en Lucassen, 2021).
Er zijn in totaal 15 leeruitkomsten geformuleerd. Middels een leertrap wordt met de leeruitkomsten van de propedeuse (P)- en hoofdfase (H) toegewerkt naar de leeruitkomst van de eindfase (E). De P, H of E in de nummering verwijst naar deze fasen en geeft aan in welke fase een leeruitkomst moet worden behaald. Dus in het eerste studiejaar, de propedeusefase, werkt de student toe naar het behalen van de leeruitkomsten op P-niveau (propedeuse-niveau).
Succescriteria (SC):
Om duidelijk te maken of een student een leeruitkomst beheerst, zijn de leeruitkomsten geconcretiseerd door middel van succescriteria (SC).
Tijdens de stages worden er elke drie weken drie toetsen afgenomen; een prenatale, natale en postnatale toets. In deze toets-formulieren staan de leeruitkomsten en succescriteria benoemd voor de fase van de studie waar de student zit. De student geeft zelf onderbouwing en voorbeelden waarom zij vindt dat een succescriterium is behaald. Als stagebieder geef je aanvullingen en beoordeel je of een succescriterium op verwacht niveau is of nog niet op niveau. Een student behaalt de leeruitkomst als alle onderliggende succescriteria ‘op niveau’ zijn.