Promotie Anna Seijmonsbergen-Schermers
Op 8 december is onderzoeker en verloskundige Anna Seijmonsbergen-Schermers gepromoveerd op haar proefschrift ‘Intervene or interfere’ dat gaat over variatie in het gebruik van geboorte-interventie, waarbij in het bijzonder aandacht is besteed aan episiotomie.
Lees hier het proefschrift ‘Intervene or interfere’.
Dit proefschrift laat zien dat er grote verschillen zijn in het gebruik van geboorte-interventies, zowel internationaal als regionaal en dat deze verschillen niet verklaard kunnen worden door eigenschappen van vrouwen. Grote variatie in interventies is een signaal dat er mogelijk te weinig of teveel interventies worden gedaan.
De grootste variatie werd gevonden in pijnbestrijding en episiotomie, zowel tussen de dertien landen in dit proefschrift als tussen de twaalf provincies binnen Nederland. Variatie was daarnaast groot voor bijstimulatie, kunstverlossing en sectio caesarea tussen de dertien landen, en voor de betrokkenheid van een kinderarts en oxytocinegebruik postpartum binnen Nederland.
Een aantal opvallende relaties tussen interventies werd gevonden. Landen en provincies met een hogere incidentie primaire sectio’s hadden bijvoorbeeld ook een hogere incidentie secundaire sectio’s. In landen met meer bevallingen in de 42e zwangerschapsweek werden minder interventies gedaan en bevielen vrouwen vaker spontaan vaginaal. Binnen Nederland bleken provincies met meer thuisbevallingen een lagere incidentie episiotomie en oxytocine postpartum te hebben.
Episiotomie
Naast het in kaart brengen van variatie in allerlei geboorte-interventies werd in dit proefschrift verdiepend onderzoek gedaan naar de episiotomie. De incidentie episiotomie was de op een na hoogste, vergeleken met de andere 13 landen. De meningen van zorgverleners over deze interventie liepen ver uiteen. Ondanks dat zorgverleners over het algemeen het belang benadrukten van een restrictief episiotomie beleid, werden toch veel indicaties genoemd voor het zetten van een episiotomie. De besluitvorming werd met name gebaseerd op de eigen klinische expertise en de eigen visie over bevallingen is hierop van invloed. De voorkeur van de barende vrouw was hierin minimaal bepalend. Zorgverleners hadden het vaak over ‘een knipje’ als ze het over een episiotomie hebben.
Dit proefschrift roept op tot een kritische reflectie op het doelmatig gebruik van interventies en met name op het overmatig gebruik ervan. De focus in de geboortezorg ligt teveel op het voorkomen van uitsluitend nadelige uitkomsten door middel van interveniëren. Er valt nog veel winst te behalen in het bieden van preventieve zorg en goede begeleiding van verloskundigen aan alle vrouwen, waarin veel ruimte is voor de voorkeuren van vrouwen. Gespecialiseerde obstetrische zorg moet behouden blijven aan de kleine groep vrouwen die complicaties ontwikkelt.
Tot slot is het van belang dat er consensus komt over het gebruik van interventies zoals de episiotomie en dat bestaande consensus uit de wetenschappelijke literatuur wordt geïmplementeerd in de praktijk.
Vragen over dit onderzoek of proefschrift? Mail naar: a.seijmonsbergen@amsterdamumc.nl